Onlangs werd ik benaderd door een nieuwe klant. Hij werkt als trainingsacteur, door heel Nederland. Daardoor moet hij regelmatig buiten de deur eten. Hij kreeg controle van de Belastingdienst, maar had gelukkig alle restaurantbonnetjes bewaard. Bravo!
Toch was de controleur ontevreden, en uiteindelijk werd het zelfs een rechtszaak. De Belastingdienst hield vast aan de strikte uitleg van de aftrekpost "zakelijke diners". Ik ben als fiscalist meegegaan om te pleiten. Dat hielp vrij aardig: de helft werd kwijtgescholden.
De clou van deze casus?
Mijn nieuwe klant had iets te gemakkelijk lunches, dinertjes en bijbehorende drankjes opgevoerd. Dat kan namelijk alleen als je het zakelijke karakter ervan goed kunt onderbouwen. Met wie heb je getafeld? Waarom? Bij controle is de Belastingdienst daar toch wel nieuwsgierig naar. Begrijpelijk trouwens, daarover geen misverstand.
Maar jaren na dato is de kans natuurlijk groot dat je niet meer van iedere maaltijd de details weet. Tip: houd voor de zekerheid bij met wie je wanneer en waarom uit eten bent geweest. Schrijf het in je agenda, of op de bon (die je natuurlijk goed bewaart). Vraag bij twijfel aan je boekhouder of fiscalist wat wél en níét aftrekbaar is. Zo voorkom je dat je je die memorabele lunch later toch vooral herinnert vanwege de bittere nasmaak.